Middenveldspel 5:3 *971

Doel

  • vrij spelen van de spits via de middenvelders 

Organisatie 

  • 1 groot doel met keeper 
  • 2 kleine doeltjes 
  • 3 rode hesjes, 5 blauwe hesjes 

Inhoud

  • centrale verdediger start met de bal en dribbelt in 
  • drie verdedigers dekken de middenvelders af 
  • één van de verdedigers stapt door op de centrale verdediger 
  • centrale verdediger moet nu vrije man zoeken op het middenveld en uiteindelijk de spits zoeken die kan opendraaien en afwerken op doel  
  • verdedigers mogen scoren op de kleine doeltjes als ze de bal veroveren 

Methodiek

  • extra verdediger bij de spits in zijn rug 
  • afstanden vergroten om meer ruimte voor loopacties te maken 

Variatie

  • formatie middenveld veranderen 
  • na drie doelpunten wisselen de verdedigers met de middenvelders 

Coaching

  • 'Juiste moment kiezen om weg te bewegen.' 
  • 'Zoek zo snel mogelijk de diepte bij de spits.' 
  • 'Maak de passlijn vrij als de verdediger doorstapt op de centrale verdediger.' 
  • 'Schermt de verdediger de lijn goed af zorg dan voor een verbinding via een tweede middenvelder.'  
  • 'Sluit zo snel mogelijk bij na het inspelen van de spits.' 
  • 'Spits goed in de breedte bewegen en juiste moment herkennen om vrij te lopen.'

In de derde vorm voeg ik een groot doel en een keeper toe en spelen we geen stroomvorm meer, maar één kant op in 5:3 plus keeper (tekening 3a). De centrale verdediger begint met de bal en dribbelt in. De tegenstander begint met koppeltjes ten opzichte
van de drie middenvelders van het balbezittende team. Op een gegeven moment stapt een middenvelder van de tegenstander uit op de centrale verdediger. Dat zie je in de wedstrijd ook vaak gebeuren. Eén van de drie middenvelders komt dan vrij. Soms is hij aanspeelbaar via een rechtstreekse bal, een andere keer is er een andere middenvelder nodig als verbindingsspeler. Als de pass naar de spits openligt, wordt hij ingespeeld. In deze vorm hadden we niet de beschikking over een verdediger in de rug van de spits, anders zou je die nog kunnen toevoegen. De spits kaatst de bal op een middenvelder die bijsluit. Daarin moeten de middenvelders goed naar elkaar kijken. Stel dat 4 aan de bal is, en 6 wordt vrijgespeeld via een driehoekje met 10, dan kan 8 alvast in beweging komen om onder de spits te komen (tekening 3b). Dekken de tegenstanders niet door en bewegen ze telkens mee met hun man, dan is de bal naar de spits wellicht direct al een optie.’

Situatie-tekening