Passlijnen openen en blokken
Inhoud
- 4 smalle vakken in elkaars verlengde, met 2 kleine doeltjes per zijde
- blauw start met de bal en probeert te scoren op de 2 kleine doeltjes
- de bovenste rode speler probeert de pass naar de andere blauwe speler te onderscheppen
- de onderste blauwe speler probeert de passlijn juist te openen en aanspeelbaar te worden
- de bovenste blauwe speler heeft maximaal 10 seconden de tijd om te passen
- de onderste blauwe speler mag maximaal 2x raken en de bal moet blijven rollen
- als de bal uit gaat of er gescoord wordt, krijgt het team dat daar recht op heeft de bal
- het opstarten van een aanval gebeurt altijd bij de achterste verdediger
- eventueel wisselen de 2 spelers uit hetzelfde team na enige tijd van rol
- de bal moet over de grond worden gespeeld, omdat een chippass niet geblokt kan worden
Coaching
- ‘Kijk als voorste verdediger waar je tegenstander is en blijf steeds in zijn passlijn.’
- ‘Kies als achterste verdediger zo positie dat het in beide doeltjes moeilijk scoren is.’
- ‘Dribbel als opbouwer om passlijnen te openen, kijk over de bal en ‘vermom’ je pass.’
- ‘Open als aanvaller de passlijn en sta ingedraaid, want je mag maar twee keer raken.’
Methodiek
- 2 banen maken, met een tussenstrook, waarin 4:4 wordt gespeeld met 2 maal 2 duo’s
- 2 kleine doeltjes aan een kant vervangen door een groot doel met keeper