Gegenpressing: Stoorzender-passing

Organisatie

  • Platte schijfjes om de startposities aan te geven; zodra de spelersgroep is gewend aan deze oefening, is het nog beter om zonder markeringen te werken.
  • Vierkant van ongeveer 12x12 meter.

Inhoud

  • Passoefening.
  • Speler A passt naar speler B, B kaatst terug op A, A passt naar C en doorkruist daarmee een ander viertal die op de andere diagonaal dezelfde oefening doet;
  • C dribbelt naar het andere startpunt of je gaat heen en weer op dezelfde diagonaal.
  • Vanaf de andere kant hetzelfde.
  • Als de organisatie van de oefening duidelijk is, ga je als trainer enigszins hinderlijk in de weg lopen, de bal onderscheppen of wegschoppen: spelers moeten zich dan aanpassen in hun voetbalgedrag; beter oriënteren en vrijlopen, even wachten met de pass, langer dribbelen.
  • De volgende stap is om niet als trainer, maar een derde groepje spelers hinderlijk door de oefening te laten bewegen; let op dat ze op de grens van frustratie van de passende groepjes komen, maar nog niet 100% gaan afjagen, want dan ga je je doel in deze voorbereidende trainingsvorm voorbij.
  • Het moet geen gezapige rondloop-oefening worden. Direct aandacht voor tempo in de oefening en een geconcentreerde uitvoering.
  • De bedoeling is dat de spelers kennismaken met de termen die bij Gegenpressing horen:
  1. Baldruk
  2. Ruimtedruk (in de weg lopen)
  3. Baldief
  4. Aansprinten
  5. Isoleren
  6. Passlijn afschermen
  7. Rug tegenstander (is een gegenpressing trigger)

Coaching

  • 'Strakke passing.’
  • ‘Zoek open passlijnen.’
  • ‘1x raken wanneer het kan, 2x als het moet.’
  • ‘Goed kijken of en wanneer je kunt passen.’
  • ‘Stel je pass uit als er geen open passlijn is.’
  • ‘Goed vrijlopen. Een meter kan al verschil uitmaken.’
  • ‘Niet zeuren, los elke situatie snel op met elkaar.’

Variatie

  • Niet kaatsen, maar opendraaien door speler B.

Het complete boek Hyballa's Gegenpressing is te koop in de webshop van De Voetbaltrainer.

Situatie-tekening